Blog: Eenzaamheid is bij uitstek iets om met anderen te delen

Met deze zin opent het rapport “Kwetsbaar en eenzaam” van het SCP (2018). Er klinkt dubbelzinnigheid in. Delen in de betekenis van bespreken met anderen, maar het doet ook denken aan het spreekwoord “gedeelde smart is halve smart.” Bij dat laatste klinkt de opvatting door dat eenzaamheid iets is waar je wat aan moet doen. Maar wat is eenzaamheid, heeft het voor ieder eenzelfde betekenis en doen we dan de goede dingen? Het rapport biedt interessante aanknopingspunten.

Je kan de krant niet openslaan of er staat wel een item in over eenzaamheid. Eenzaamheid komt onder alle leeftijdsgroepen voor, maar met name eenzaamheid onder ouderen staat breed in de belangstelling. De overheid zet met het “Pact voor de ouderenzorg” in om sociale eenzaamheid onder ouderen terug te dringen.

Het SCP constateert dat in het tijdsbestek van 1996 tot 2016 de gemiddelde individuele oudere minder eenzaam is dan zijn leeftijdsgenoot twintig jaar eerder. Naarmate we ouder worden neemt de eenzaamheid wel toe, waardoor in absolute getallen het aantal eenzame ouderen toeneemt. Nu zijn dat naar schatting 700.000 ouderen, in 2030 zijn dat er ca 1,1 miljoen.

Eenzaamheid is een individuele ervaring met persoonlijke impact

Verschillende vormen van eenzaamheid
Eenzaamheid is een individuele ervaring met een persoonlijke impact. De wijze waarop iemand het beleeft, bepaalt of eenzaamheid een probleem is. In het algemeen gesproken wil iedereen een prettig leven leiden en perioden van eenzaamheid voorkomen. Contacten kunnen daarbij helpen, maar sluit het aan bij de individuele behoefte en zijn er de mogelijkheden om daar invloed op te hebben? Van belang is om zicht te hebben op welke factoren hierin een rol spelen.

 In de onderzoeksliteratuur wordt onderscheid gemaakt in verschillende vormen van eenzaamheid: emotioneel, sociaal en existentieel. Emotionele eenzaamheid ontstaat bij het sterke gevoel van het ontbreken van intieme relatie(s), een emotioneel hechte band met een partner of een hartsvriend(in). Sociale eenzaamheid is gekoppeld aan het ervaren gemis van betekenisvolle relaties met een bredere groep van mensen om je heen, zoals kennissen, collega’s, buurtgenoten, mensen met dezelfde belangstelling, mensen om samen een hobby mee uit te voeren. Existentiële eenzaamheid ligt veel meer op het terrein van zingeving, het gevoel er niet meer toe doen, een gevoel van zinloosheid.

Het SCP voegt er in haar rapport een verdieping aan toe met het lagenmodel van Hawkley ea.
Dit model onderscheidt zes lagen (factoren) die van invloed zijn op de mate en de aard van de ervaren eenzaamheid. Deze zijn onderverdeeld in drie ‘verre’ en drie ‘nabije’ factoren. De eerste laag staat het dichtst bij eenzaamheid: persoonlijk contact, het hebben van een netwerk en de frequentie van contacten. De tweede, is de mogelijkheid tot ontmoeting: bijvoorbeeld (vrijwilligers) werk, actief lidmaatschap van een kerk of vereniging en de derde is de ervaren regie, het vermogen en het vertrouwen om controle uit te oefenen over het eigen leven. Deze drie nabije factoren worden op hun beurt beïnvloed door de drie “verre” factoren: de aard en ervaren gezondheid, de locatie waar mensen wonen (stedelijkheid van de woonomgeving) en tot slot demografische en sociaal-structurele factoren. De drie nabije factoren zijn het meest beïnvloedbaar en daardoor aanleiding om daar de focus op te richten.

Er zijn veel initiatieven van burgers, zorg en welzijnsorganisaties om eenzaamheid te verminderen. Het “Pact voor de ouderenzorg” is er daar ook een van. Maar hoe sluiten die initiatieven nu aan bij de leefwereld van ouderen zelf? Kunnen ze dat zelf bepalen en invloed op uitoefenen?
In veel programma’s wordt vooral aandacht besteed aan sociale eenzaamheid. Het kunnen ontmoeten van mensen, het tegenkomen en leren kennen is een belangrijke eerste stap om een netwerk op te kunnen bouwen. Dat kan leiden tot verdere verdieping en voldoende aansluiting bij de behoefte. Maar als dat niet het geval is? Duurzame contacten aangaan en onderhouden is niet iedereen gegeven. Het ervaren en hebben van regie is een belangrijke factor om hier iets aan te kunnen doen. Behalve dat mensen zelf willen bepalen wat ze gaan doen en hoe ze het doen, geeft het ook een gevoel van eigenwaarde. Met regie ervaar je grip en sturing op je leven.

Leren van ‘herstelondersteunende’ zorg binnen de GGZ
Regie heeft te maken met levensperspectief en zelfvertrouwen. Hierbij kan geleerd worden van de “Herstel ondersteunende zorg” in de GGZ (HOZ). Het faciliteert mensen met (ernstige) psychiatrische problematiek weer regie over eigen leven te krijgen. De kern is dat mensen het zelf doen en de route bepalen. Vanuit bewustwording en acceptatie van de persoonlijke situatie ontwikkelen mensen zelfvertrouwen en (her)vinden zij perspectief, autonomie en zelfredzaamheid. Buurtcirkel heeft deze werkende bestanddelen verwerkt in een groepsprogramma. Het delen van eigen ervaringen, het leren van elkaar en onderlinge steun zijn daarbij belangrijke instrumenten. De groep is een steunend middel met tijdelijke hulp van een professional.

Ook voor groepen ouderen is het van belang om weer (opnieuw) perspectief, voldoende zelfvertrouwen en eigenwaarde te herkrijgen.

De vraagstukken van cliënten in de GGZ zijn van andere aard dan bij ouderen. Maar er zijn wel overeenkomende principes waar ook ouderen baat bij hebben. Ook voor groepen ouderen is het van belang om weer (opnieuw) perspectief, voldoende zelfvertrouwen en eigenwaarde te herkrijgen. Die zijn noodzakelijk om regie te ervaren en vervolgens vraagstukken als eenzaamheid aan te kunnen pakken op een passende manier.

Bij een ouderenorganisatie in Rijnmond zijn we aan de slag gegaan met een Buurtcirkel voor ouderen. Bij de start gaven veel deelnemers aan dat zij graag mee wilden doen om eenzaamheid te voorkomen en langer thuis te blijven wonen. De ouderen geven aan dat ze veel sociale steun ervaren en hun netwerk flink is uitgebreid. Ook neemt het aantal activiteiten buiten de groep toe. De onderlinge steun laat zich ook zien bij ziekte en thuiskomst na ziekenhuisopname. De leden helpen elkaar. Het onderzoek bij andere Buurtcirkels laat zien dat toename van zelfvertrouwen, zelfredzaamheid en ervaren regie hand in hand gaan. De tijdsduur is nog te kort voor definitieve conclusies, maar ook voor de ouderengroep is het aannemelijk dat de focus op eigen regie, perspectief, onderlinge steun en netwerk de werkende bestanddelen zijn die leiden tot grotere kwaliteit van leven en terugdringen van ervaren eenzaamheid. Terugkerend bij de begin vraag, als we de ontwikkeling van perspectief, zelfvertrouwen en ervaren regie kunnen faciliteren, bepalen ouderen zelf wat hun doelen zijn en welke vraagstukken ze hebben aan te pakken.

Freek Heerema
Strategisch adviseur +Vijf

Literatuur