De waan van de dag. We kennen het denk ik allemaal. Ik in ieder geval wel. Druk met diverse processen en projecten waarmee we het verschil hopen te maken voor mensen die dat nodig hebben. Of op z’n minst een kleine bijdrage aan een samenleving waarin iedereen ertoe kan doen. Maar liggen we werkelijk op koers? Neem ik voldoende de tijd om af en toe uit die rijdende sneltrein te stappen en weer even mijn vizier op de bedoeling scherp te stellen? Eventjes een adempauze om datgene wat we bedenken en uitwerken te toetsen aan de realiteit en de werkelijke behoefte van de mensen die wat meer kwetsbaar zijn of bij de mensen die binnen de zorg werkzaam zijn. Tja, de vraag stellen is hem beantwoorden waarschijnlijk.

In februari 2020 ben ik gestart bij +Vijf een initiatief van Pameijer. Voor mij een zeer inspirerende en dynamische club, die voortdurend bezig is met het verspreiden, verbeteren en ontwikkelen van oplossingen voor complexe maatschappelijke vraagstukken. Zoals programma’s die kunnen bijdragen aan het versterken van kwetsbare mensen in de samenleving en die ontmoeting en verbinding tussen mensen tot stand brengen.
Dat is een mooi, maar zeker ook complex proces. Voortdurend zijn we aan het sleutelen en schaven aan onze dienstverlening om ervoor te zorgen dat deze steeds een beetje beter wordt. Buurtcirkel is hier een goed voorbeeld. En zo simpel ook. Met minimale professionele inzet worden mensen, voor wie meedoen niet zo vanzelfsprekend is, met elkaar in contact gebracht. Hierdoor ontstaat al vrij snel een steunend netwerk, waarin mensen leren van en met elkaar. Tegelijkertijd vraagt een programma als Buurtcirkel continue om aandacht en onderhoud. Het is de kunst om met elkaar de bedoeling scherp te houden en de juiste koers te varen.
En dat geldt dubbel en dwars voor de grote uitdagingen in de zorg voor de komende jaren. We moeten toe naar een zorg die nog meer wordt vormgegeven in de leefwereld van mensen. Zorg die uitgaat van wat iemand zelf nog kan en waarin het informele netwerk een rol speelt. De zorg is ondersteunend aan deze uitgangspunten en voegt vanuit professie en expertise alleen datgene toe wat echt noodzakelijk is. Dit vraagt van professionals dat zij bereid en in staat zijn om de grenzen van het eigen vakmanschap te (er)kennen en om de samenwerking op te zoeken, ook met niet-vakgenoten.
Gelukkig zijn er al tal van mooie voorbeelden die aan deze ontwikkeling bijdragen. Zo is er de beweging van de netwerkpsychiatrie, zijn er al samenwerkingen tussen zorgaanbieders waarbij schotten worden verwijderd en worden er manifesten opgesteld zoals tante Sjaar in Rotterdam. Voorbeelden van hoe we het samen kunnen doen en hoe we het anders kunnen doen.
En als we het echt anders willen doen, dan moeten mensen in de zorg ook de ruimte krijgen om mee te denken, om uit te proberen en om te mogen falen. Tijdens mijn traject bij de Health Innovation School Rotterdam hebben we een Ted Talk bekeken van Astro Teller. Hij is directeur bij X, ook wel de Moonshot Factory genoemd. Hier buigen ze zich over problemen op wereldschaal en bedenken ze radicale oplossingen om vervolgens te komen tot een enorme doorbraak. Falen en mislukken als belangrijke kracht. Waanzinnig inspirerend vond ik dat.
Zouden we in de zorg, de uitdagingen waarvoor we staan en de oplossingen die nodig zijn, kunnen beleggen bij de mensen om wie het gaat (cliënten) en bij degenen (zorgmedewerkers) die het moeten doen? Hebben we dat vertrouwen? Kunnen we die ruimte geven? Als je wilt dat mensen vanuit “de bedoeling” werken, geïnspireerd blijven en zich eigenaar voelen, dan kunnen we volgens mij niet anders.
Uiteindelijk gaat het om ruimte creëren, een andere blik. Een fundamenteel andere kijk op hoe we ons werk hebben ingericht. En misschien moeten we ook een beetje afkijken hoe andere sectoren dit doen. Zoals X bijvoorbeeld. Daarmee blijft het fris, dynamisch, energiek en verrassend
Dus terugkomend op de vraag: Liggen wij dan nog op koers? Lig ik op koers?
Ik denk het wel. Maar het is een lange reis. Een reis naar een samenleving waarin iedereen mee kan en mag doen. Een concrete eindbestemming is het natuurlijk niet, het is een richting. Een mooie stip op de horizon. En soms moet je gewoon even uit die trein stappen en een riksja nemen naar de Eiffeltoren…;-)
Richard van vliet
Projectmedewerker +Vijf / Pameijer